De gelantheid van de Minke’s

Even een aardigheidje tussendoor, misschien herken je er heden ten dage nog dezelfde trekjes in bij sommige Minke’s. Het is een fragmentje uit een gedicht ter gelegenheid van de Gouden Bruiloft van Martin Minke en Dora Wolters, over de galantheid van de Minke’s.

“Truiswijk”, 8 november 1904.

Ook Antoon behoeft volstrekt niets te vrezen,
als hij voor de dames gelant wil wezen.
Als ik hem een goede raad mag offreren,
zou ik zeggen, gaat dat bij Martinus leren.
Die bood eens de tasjes der dames te dragen,
bij een bezoek aan zijn zwager.
Maar toen hij een eind was gegaan,
liet hij de tasjes zoo midden op straat staan.
Nee zegt Joh dan moet ik zeggen,
dat hij het bij mij anders aan kwam leggen.
Toen hij vroeg om mijn hand,
deed hij dat uiterst zeer gelant.
Maar sinds ik hem tot man heb bekomen,
heb ik van die gelantheid niets meer vernomen.
Och zegt Marie de vrouw van Jan,
ik verzeker je dat ik daar van meepraten kan.
Zoo gaat het altijd met de heren,
ze zijn slechts gelant zolang ze verkeren.
Ja, zegt Dina van ’t Bergje dan,
met een schuinse blik naar haar man.
Ik geloof dat Willem om mij niet zo veel meer geeft,
daar hij zoo iedere avond vergadering heeft.
En overdag altijd is op straat,
en mij maar alleen zitten laat.
Maar nu dames en heeren het woord,
aan Johanna die Thijs Muurlink zijn hart bekoort.
Ja zegt ze, die Thijs is een beste vent,
ik ben met hem heel goed content.
Hij is voor mij en de kinderen te gâder,
een liefhebbende en zorgzame vader.

(gelukkig een galante zwager!)
In die tijd waren de mensen vooral op zichzelf aangewezen. Vertier was er nauwelijks. Pas in 1920 werd de gemeente Avereest op het elektriciteitsnet aangesloten en omstreeks dezelfde periode dat ook de radio zijn intrede deed.

De familie Minke met aangetrouwde was één grote familieclub die van gezelligheid hielden. Zo werden verjaardagen uitvoerig gevierd met voordrachten en gedichten. Ook theekransjes kwamen vaak voor en het borreluurtje zondags na de kerk werd niet gauw overgeslagen.

Twee jaar na deze gouden bruiloft overleed moeder Dora op 73 jarige leeftijd. Zij was een hardwerkende vrouw die veel betekende in de katholieke gemeenschap van Dedemsvaart maar wel bekend stond als een dominante vrouw. Zij stelde vast wanneer de dames hun lente-inkopen in Zwolle konden doen en wanneer de lentehoed gedragen mocht worden. Typerend voor haar was dat zij ondanks hevige pijnen aan haar gal, een steen ter grootte van een kleine peer op natuurlijke wijze heeft weten af te scheiden via de dikke darm. Maar ze liet er niets van Merken.

Het wonderlijke is dat de familie van haar geen enkele schriftstuk heeft, alleen een handtekening, terwijl haar zuster van het Bergje in mooi handschrift brieven schreef naar haar dochters in Oldenmark en Ootmarsum.

Haar dochter Dora was de nog enige ongehuwde dochter die thuis woonde en de zorg had voor vader. Martin was op dat moment 79 jaar.