Tunoma ( Turfnootjesmaatschappij) 1953.
Sjef en Frits hebben zich ook met andere zaken bezig gehouden. Zo kom ik gegevens tegen bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Zwolle, betreffende een oprichting van Tunoma in 1953. Tunoma is de afkorting van Turf-Nootjes-Maatschappij.
Iedere keer als de turfafzet dreigde te stagneren werd naarstig gezocht naar andere veenproducten. Naast de al bestaande tuinturfproducten werd nu gedacht aan een heel andere toepassing van een turfproduct, de turfnootjes. Het idee kwam van Cornelus Kieboom, een kolenhandelaar uit Rotterdam.
De grote olietankers, aangemeerd in de havens van Rotterdam moesten regelmatig ook van binnen schoon gemaakt worden. De schoonmakers, ook wel classificeerders genoemd, moesten dan die dikke vette ruwe olie, geplakt aan de binnenwand, verwijderen. Dit afval, sludge, werd ook wel gebruikt voor allesbranders in de werkplaatsen. Kieboom zag meer geld in dit olieafval door dit te mengen met veenstof en dan samengeperst tot ronde staafjes van ruim 1 centimeter bij een lengte van 4 centimeter. Hiermee zou het een hoogwaardiger brandstof worden waardoor het nu ook geschikt werd voor gebruik in houtkachels. Hiermee zou een grotere markt bewerkstelligd kunnen worden door verkoop ervan aan particulieren.
Met zelfgemaakte prototypen wist Kieboom, Sjef en Frits hiervoor te interesseren en in de fabriek in Coevorden werd al snel geëxperimenteerd om met dit product tot een optimaal productieproces te kunnen komen. Maar men kreeg dit niet goed van de grond en om er niet al te veel geld in te stoppen werd dit idee afgeblazen en de maatschappij ontbonden.