Guus, 1904-1979

Guus, 1904-1979 - tak “Casa Bella”.
Door zijn vele logeerpartijen bij de familie in Oldenzaal was Guus, ook vaak August genoemd, zeer geïnteresseerd geraakt in de Twentse textielindustrie.

Na 5 jaar Ruwenbergtijd, waar hij ook de 2-jarige handelopleiding had genoten, vertrok hij naar Enschede om daar het textielvak in de praktijk te leren. In Engeland deed hij ook praktijkervaring op.

Zijn vader Martinus, kocht voor hem in 1925 een klein sokkenfabriekje, dat weldra uitgroeide tot de latere “Delana” textielfabriek.

Drie jaar later op 25 september 1928 trouwde Guus (24) met Philo Rutten (25), dochter van een notaris uit Heythuysen. De familie Rutten had weer een verwantschap met de familie Nieuwenhuis, waardoor Guus Philo had leren kennen.

Guus bouwde zijn huis aan de Langewijk, het verlengde van Sluis VI en noemde zijn villa “Casa Bella”, wat in het Italiaans “Mooi Huis” betekent.

Traditiegetrouw heeft ook Guus zich bijzonder weten in te zetten voor de Dedemsvaartse gemeenschap. In 1935 werd hij gekozen als lid van de gemeenteraad voor de toenmalige K.V.P. (nu C.D.A.) welk ambt hij gedurende 11 jaar vervulde. In 1939 werd hij kerkmeester van de St. Vitus-parochie en daarnaast lid van het kerkkoor. Dat is hij gebleven tot zijn vertrek uit Dedemsvaart in 1971.

Vooral was hij een hardnekkige strijder bij de z.g. “Kanalenslag” ter voorkoming van de sluiting van het kanaal de Dedemsvaart. Ondermeer voor deze en andere maatschappelijke en kerkelijke activiteiten werd hem later de onderscheiding van de Orde van Oranje Nassau en Ridder in de Orde van Sint Silvester toegekend.

Van uit zijn positie als directeur van Delana was hij ook voorzitter van de Katholieke Vereniging van Werkgevers in de textielnijverheid. Enkele jaren na de sluiting van Delana in 1971 verhuisden Guus en Philo naar Eindhoven.

Guus en Philo kregen 6 kinderen, 4 zoons en 2 dochters. Hun 4 zoons zijn in de zaak gekomen en na de sluiting van de fabriek zijn ze ieder hun eigen weg gegaan. Alleen Hubert en Thérèse hebben nog zelf een fabriek voor gebreide kleding gesticht in Kalmthout in België. Er werkten ongeveer 25 mensen. Op leeftijd gekomen en zij geen opvolger hadden en mede doordat o.a. de arbeidskrachten in het oosten en voormalig Oostblok veel goedkoper waren dan in het westen was het moeilijk een koper te vinden waardoor zij uiteindelijk besloten de zaak op te heffen.