Wateroverlast rondom het “Bergje”

Dat de molen op het Bergje geen overbodige luxe was bleek al gauw. Nadat ze was gebouwd in 1865, deed zich al in de volgende winter van 1866- 1867 een hevige overstroming voor en de bewoners van het Bergje isoleerden van de bewoonde wereld.

De onderlinge samenwerking van de provinciale waterstaten Overijssel en Drente was ronduit slecht. Door de natte novembermaand was veel overlast van water ontstaan, een toestand die in de decembermaand alleen maar verslechterde. Voordurend nam de toevoer van water in Drente naar Overijssel toe. Ondanks alle waarschuwingen van de Overijsselse waterstaat tegen het voorgenomen besluit van Drente een gedeelte van Steenwijkmoer en Dalen onder water te zetten, werd het besluit toch uitgevoerd. Men wist heel goed dat de daaraan gelegen dijken te laag waren en niet bestand konden zijn tegen de dan ontstane watermassa.

Zo gebeurde het dat de laaggelegen gedeelten aan de toenmalige Schuinesloot overliepen, terwijl woedende bewoners in dit gebied moedwillig op verschillende andere plaatsen de dijken doorstaken niet alleen uit agressie en onvrede maar tevens hun vege lijf te redden door het water een andere wending te geven. Zo stroomde de watermassa over de laag gelegen veenderijen richting het riviertje de Reest om vervolgens in de Lange Jacht een afvoer te kunnen vinden. Tussen de laatste twee waterwegen lag het Bergje, zodat de gronden rondom ook onder water kwamen te staan en de bewoners op het hoger gelegen gebied afgesloten waren van de bewoonde kern. Vanwege gebrek aan communicatiemogelijkheden zoals we die nu kennen, waren ze voor hun eigen levensonderhoud volkomen op zich zelf aangewezen. Een andere oorzaak van overstromingen was vaak, dat aan verschillende veeneigenaren te grote uitbreidingen werden toegestaan van hun wijken en boksloten waardoor té hoge gronden werden doorgegraven. Zo kregen Berend en Martin na dit incident bevel hun te grote uitbreiding in het Anerveen onmiddellijk te sluiten om erger te voorkomen. Natuurlijk leidde dit weer tot grote problemen bij het vervenen zodat toch uiteindelijk hun de gegeven uitbreiding alsnog werd gegund. Wel onder voorwaarde een schutsluis te bouwen van voldoende afmeting om de waterkering te kunnen herstellen.

Enkele maanden na deze overstroming, vierden Jurriën en Anna op 18 februari 1867 hun Gouden Bruiloft met hun 2 zoons en 8 kleinkinderen. In dat zelfde jaar op 19 september stierf Jurriën op 80 jarige leeftijd. Volgens het echt van successie van zijn nalatenschap liet Jurriën zijn huis, erf, bouw en weidegronden op het Bergje na, waaruit blijkt dat hij zich niet zoveel heeft beziggehouden met de aktiviteiten van de firma : Gebr. Minke” van zijn zoons Berend en Martin. Zijn doel was bereikt, zijn zoons behoorden tot één van de grote verveners van Avereest.

Berend en Anna hebben de zorg van moeder op zich genomen. Berend liet in 1871 de boerderij op het Bergje verbouwen en liet tevens bij deze gelegenheid een gedenksteen aanbrengen links onderaan bij de voordeur. Het huis met deze steen is er nog steeds. De oude boerderij (het eerste stamhuis) en het tolhuisje werden afgebroken.

Moeder Anna Schomaker stierf 5 jaar later op 1 september 1892. Hiermee is een generatie afgeloten van een bijzonder ouderpaar, waar wij als nazaten met trots en respect van mogen zeggen dat Jurriën onze Nederlandse stamvader is en tevens de eerste Nederlandse generatie MINKE.